De Schafpudel

Uiterlijke kenmerken

Schofthoogte
Reu: 50-60 cm
Teef: 45-55 cm
Een schafpudel moet tussen de 17 en 25 kilo wegen.

Kleur
Wit, zwart, Schimmel, bont en wit met platen zijn toegestaan.

Kop
Eerder breed dan lang. Het warrige hoofdhaar bedekt de ogen en laat het hoofd groter lijken dan het werkelijk is.

Schedel
Niet overdreven breed, licht gewelfd.

Ogen
Kijkt rustig uit de grote, meer voor in het hoofd dan zijwaarts staande, hazelnootbruine, ovale, innemende ogen, met goed aangesloten en gepigmenteerde oogleden.

Oren
Vrij lang, ze mogen hangend, opstaand of klaporen hebben.

Gebit
Krachtig schaargebit.

Hals
Sterk, geen losse keelhuid.

Romp
Niet te lang, met goed gewelfde ribben tot ver naar achteren en heeft een diepe borst, de borstdiepte is zowat de halve schofthoogte. De rug is breed, sterk en vlak, loopt iets naar voren op. Buik niet opgetrokken. Lendenen breed. Kruis valt geleidelijk af.

Voorhand
Schouderblad en opperarm lang. Schouderblad schuin en hoek met opperarmbeen 100-120 graden. De beweging is vrij zodat de hond zich gemakkelijk op oneffen grond kan bewegen. Voorbenen recht, in polsgewricht ietwat naar voren.
Achterhand
Dij langer dan onderschenkel, sprong krachtig, iets steiler dan de gebogen knie.

Benen
Tamelijk lang. De benen van een Schafpudel zijn gefokt om op het onmogelijkste terrein te kunnen blijven lopen, ze bewegen zich hierdoor heel lichtvoetig zonder er veel energie voor nodig te hebben.

Voeten
Sterk gebouwd en gesloten.

Staart
Het liefst lang en laag gedragen zonder duidelijke krul.

Beharing
Lang en warrig.